Benodigdheden voor 2 personen:
- 30 gram verse gemberwortel
- 3 tenen knoflook
- 2 verse rode pepers
- 1 stengel sereh (citroengras)
- 3 sjalotten
- 10 gram koriander
- 15 gram Thaise basilicum
- 3 tl korianderzaad
- 1 kippenbouillonblokje
- 1 tl garnalenpasta
- 1 tl kurkuma
- 1 tl gemalen laos
- 1 tl vers gemalen peper
- 2 el zonnebloemolie
- 250 gram kipfilet (in blokjes gesneden)
- 200 gram sperziebonen
- Klein blikje bamboescheuten
- 1 el vissaus
- Mespunt suiker
- Rasp van 1 limoen
- Sap van ½ limoen
- 250 ml kokosmelk
- 150 gram pandanrijst
Bereiding:
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Rooster het korianderzaad in een droge koekenpan en wrijf het daarna fijn in een vijzel. Schil de gember en snijd in stukjes. Pel de tenen knoflook en de sjalotten. Snijd de rode pepers in grove stukken. Snijd de koriander en basilicum grof (houd iets achter voor de garnering).
Doe de gember, knoflook, pepers, sjalotten, koriander, basilicum, korianderzaad, garnalenpasta, kurkuma, laos, vers gemalen peper in de keukenmachine en maal tot een fijne pasta.
Verwarm de olie in een wok op matig vuur en voeg de pasta toe. Fruit dit circa 5 minuten op zacht vuur. Voeg de kokosmelk, het bouillonblokje en de sereh toe. Roer goed door en voeg dan de kipfilet en een kopje water toe. Laat het geheel 5 minuten sudderen met de deksel op de pan op laag vuur. Voeg daarna de sperzieboontjes toe. Laat de curry nog 10 minuten doorkoken (de sperziebonen moeten beetgaar zijn). Voeg dan de bamboescheuten toe en warm nog even door. Breng op smaak met de vissaus, suiker en limoensap en rasp.
Garneer met de achtergehouden koriander en basilicum.